Stampij om een schrijfwijze

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Eén van de onuitroeibare misverstanden rond de Bob Evers-serie wordt gevormd door de 'foute' lange ij in Stampij om een schuiftrompet. In kranteartikelen over de serie wordt dat "stampij" vaak van een olijk sicje voorzien: zo'n domme kinderboekenschrijver toch!

Ook Geerten Meijsing, toch niet de eerste de beste, is aan dit misverstand ten prooi gevallen, getuige deze passage uit zijn Jubileumrede:

Het gaat hier niet om taalfouten (zoals de lange IJ in Stampij om een schuiftrompet), ...

Maar het bontst maakt het toch wel Erik van den Muizenberg, digitaal publicist van het eerste uur, die in zijn artikel Muzukashii Ne botweg beweert dat hij, rommelend in wat boekendozen, een 'Anton Coolen omnibus' en een 'Stampei om een schuiftrompet' opzijgooit, alvorens op iets interessants te stuiten.

Wat is dat toch met die verdomde lange en korte ijtjes?

Een lezer van het blad Onze Taal kwam er ook niet helemaal uit en stelde er een vraag over. Het hierna volgende stukje - lezersvraag plus antwoord van de Taaladviesdienst - is in zijn geheel overgenomen uit het aprilnummer van Onze Taal:

?

In de woordenboeken kom ik zowel stampij als stampei tegen. Wat is juist?

!

Het nieuwe Groene Boekje geeft zowel stampei als stampij. Van Dale geeft in de 12de druk (1992/1995) alleen stampij, met de opmerking dat de spelling stampei onetymologisch is. Dat is verrassend in vergelijking met de voorgaande drukken: van de 7de (1950) tot en met de 11de druk (1984) vermeldde Van Dale juist alleen stampei.

Ook Verschueren noemt in zijn laatste druk (1991) de vorm op -ij "etymologisch de juiste vorm". De woordenboeken van Koenen (1992) en Prisma (1994) houden het echter op stampei, evenals het Handwoordenboek Eigentijds Nederlands van Van Dale (1995). Kramers (1990) verwijst bij stampei naar stampij; de Nieuwe Spellinggids van de Nederlandse Taal (1995) vermeldt alleen stampij.

Beide vormen zijn dus gebruikelijk, maar blijkbaar wint stampij terrein. Dat dit waarschijnlijk terecht is, blijkt onder meer uit het etymologisch woordenboek van De Vries en De Tollenaere. Zij spellen stampij en zoeken de oorsprong in het Middelnederlandse stampije 'geweld' (aangetroffen in een bron uit de dertiende eeuw).

De taalgeleerde Kiliaan vermeldt in zijn etymologisch woordenboek Etymologicum Teutonicae linguae (1599) het werkwoord stampijen. Die ij stond toen voor een dubbele i, met een lange ie-klank. Die klinker zien we ook terug in het Middelnederlandsch Handwoordenboek: "stampie (...) geweld, lawaai, rumoer (...)".

In etymologisch opzicht heeft stampij de beste papieren, maar 'officieel' hebben we nog de keuze.

Tot zover de Taaladviesdienst. Ik stel voor dat we het van nu af aan als volgt afspreken:

stampei o. -eren.
een gestampt ei (vgl. roerei, spiegelei): Arie Roos bestelde een dubbele uitsmijter stampei.

stampij v. (geen mv.)
stampie, geweld, lawaai, rumoer: Stampij (stampie) om een schuiftrompet.
Duidelijk zo?

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Met dank aan Onze Taal voor het mogen overnemen van het stukje van de Taaladviesdienst. Onze Taal verschijnt tienmaal per jaar en wordt uitgegeven door het gelijknamige genootschap:

Onze Taal
Laan van Meerdervoort 14a
2517 AK Den Haag
tel: 070-3561220
fax: 070-3924908
email: onze_taal@pi.net

Een abonnement kost Fl. 35 per jaar (Fl. 26 met CJP), losse nummers Fl. 6.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Ook met dank aan Marie-José van den Hout, die mij opmerkzaam maakte op het stukje in Onze Taal en aldus een bijdrage leverde aan het verder opkrikken van de nagedachtenis van haar broer als Beslist Zo Gek Nog Niet.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Terug naar de hoofdpagina van de "Duizend-en-enige hoofdstukken over Bob Evers"

Paginabaas:

Paul Vinkenoog <paul_op_vinkenoog_punt_nl>